Mensen wachtten op groene aliens en ze verschenen, maar waren geen vredelievende nobele mensachtigen, klaar om hun supertechnologieën te delen met aardbewoners, en een stel slechte monsters met een onzekere vorm. Ze zijn klaar om iedereen op de planeet te vernietigen, hun territorium op te ruimen en in klaver te leven. Toen de stedelingen dit begrepen, haastten ze zich snel naar hun huizen en verstopten zich in de kelders. Slechts één dappere man bleef in zicht, klaar om voor iedereen te vechten, niet voor zichzelf. Terwijl ze de oppervlakte niet hebben bereikt, vernietig ze dan.