Boter-kaas-en-eieren in Tic-Tac-What kreeg een tweede leven en kreeg nieuwe kleuren. Naast kruisen en nullen werk je met geometrische vormen: driehoeken, vierkanten, cirkels, enzovoort. Elke figuur heeft zijn eigen kenmerken en brengt zijn eigen regels in het spel. Om te winnen moet je je stukken over de gehele breedte of lengte van het veld plaatsen. Spelers wisselen elkaar af. De cirkel heeft twee levens en kan worden gebruikt voor verdediging, het kruis kan diagonaal aanvallen, het vierkant kan verticaal en horizontaal aanvallen, de driehoek beweegt naar voren en kan met de klok mee draaien in Tic-Tac-What?